Details van dit toneelstuk

VERNISSAGE

30055 Historisch toneelspel in drie bedrijven door Marijke Karten, 4 dames, 7 heren

Het Toneelstuk vertelt het bizarre, waar gebeurde verhaal van de blaassteensnijding, die de smid Jan Janszoon de Doodt op 5 april 1651 bij zichzelf verrichtte. De medici van toen en nu beschouwen die ingreep nog altijd als een wonder. 

Carel van Savoyen is de schilder van het portret van de smid. Hij heeft hem afgebeeld met zijn attributen: het mes in de ene en de steen in andere hand.

Door de eeuwen heen is er echter commentaar op het portret geleverd: Wat kijkt die smid zuur. Dáár ‘worstelt’ de schilder in dit toneelstuk dus mee.

Zijn nicht Goedele, een toneelspeelster uit Vlaanderen, die een nacht bij hem blijft slapen, raadt hem aan om zijn patroonheilige – Sint Lucas – om raad te vragen; tot hem te bidden en te smeken. Misschien kan die hem in een droom een aanwijzing geven. 

In de droom van Carel verschijnen nog enkele patroonheiligen, die door Goedele zijn aangedragen en die zij altijd aanroept voor haar werk. Omdat zij in de bedstede van zijn atelier slaapt – waar de droom zich afspeelt – krijgt ook zij er iets van mee.

Niet alle ‘droom-aanwezigen’ kennen het hele verhaal van de blaassnijding.

Daarom begint de naamgenoot van de smid: de echte Dood, het verhaal te vertellen. Hij was er tenslotte alle keren bij! Later neem Sint Lucas, arts, het over. Voor de aap uit de mouw gaat komen, hoe de smid die blaassnijding bij zichzelf precies heeft gedaan, ontwaakt Goedele, waardoor het ‘droom-gezelschap’ vlucht. Zij heeft uit háár droom een opmerking van de Dood onthouden. De schilder in de zijne een hele duidelijke van St. Bridget: Vraag advies aan Barbertje, de vrouw van de smid. Zij kent haar man immers het beste en daardoor wellicht ook ‘het geheim van de smid’: het waaróm of waardóór hij zo zuur kijkt.

Waarom Toneeluitgeverij Vink?