Details van dit toneelstuk

(Groot)vader Paulus Vermeulen is naar de eeuwige jachtvelden vertrokken. Na zijn overlijden komt de familie samen op een vakantiepark om zijn nalatenschap te bespreken. Paulus heeft een brief achtergelaten en heeft geregeld dat hiervoor de gehele familie samenkomt. De familie rekent zich al rijk, want ze weten hoe rijk hun (groot)vader was. 

Tot hun, voor de meesten, grote teleurstelling schrijft Paulus dat hij de erfenis (geld en middelen) pas laat uitbetalen als al zijn familieleden een persoonlijke opdracht uitvoeren. Iedereen ontvangt een brief met zijn/haar persoonlijke opdracht. Vanzelfsprekend zijn dit opdrachten die haaks staan op waar zij voor staan en/of hoe zij zijn. Paulus kent zijn familie en geeft daarom mee dat ze moeten bewijzen dat ze hun opdrachten volbrengen.

En, schrijft hij, wie zijn opdracht het best volbrengt, wordt zijn opvolger en dus de baas van de grote familie, de nieuwe godfather. Er is wel een deadline; ze moeten het dit weekend voor elkaar krijgen.

Iedereen gaat op zijn eigen manier om met zijn opdracht. Sommigen hebben geen interesse of willen echt niet. Sommigen helpen elkaar, ze oefenen samen hun opdracht of leggen elkaars uitvoeringen vast. Tot uit een tweede brief blijkt dat niemand iets krijgt als er familieleden zijn die hun opdracht niet proberen uit te voeren. Daarop waagt iedereen zijn of haar poging(en).

Campingbaas Jan komt regelmatig even kijken of alles in orde is. Loopjongen Joost blijkt letterlijk een loopjongen. En dan is er nog Pluizy, de mascotte van het vakantiepark die komt zwaaien, knuffelen en handen schudden. Maar is het wel Pluizy, de onschuldige mascotte van het park?